Het Nieuwe Winkelen, een doodlopende weg?

Het Hoofdbedrijfschap voor de Detailhandel (HBD) koos het stadscentrum van Veenendaal als proefproject voor ‘Het Nieuwe Winkelen’. V&D experimenteert met ‘click&collect’ en Winkelhart Amstelveen presenteert zich, alsof dat ‘nieuwe winkelen’ niet bestaat, als cluster van wel 200 winkels. Alsof dát nou iets unieks is.
Hoewel er heel veel woorden en beelden aan dat ‘Nieuwe Winkelen’ gewijd worden, duidelijk is wel dat de retailsector vrijwel integraal het internet vooral als ‘de vijand’ ziet die hoogstens met eigen wapens bestreden moet worden.
Intussen blijken met name de stadscentra, met uitzondering van de hele grote, de klappen van de maar voortwoekerende crisis op te vangen, en neemt de leegstand in die stadscentra alarmerende vormen aan. Gelukkig waren de sprekers op het Locatus congres van 24 september het met me eens dat die leegstandsproblemen zich met name concentreren op de ‘off-town’ locaties, de oude glorie, die door de meeste gemeenten kunstmatig in leven is gehouden. Concentreren, en voor alles wat daar buiten ligt óf een andere functie kiezen, óf saneren en het bestemmingsplan wijzigen, was de les van professor Eichholtz aan de verzamelde vastgoedwereld. Dát is ook al jarenlang mijn boodschap aan ondernemersverenigingen en gemeenten. Zo logisch, met name nu ook andere instellingen stellen dat Nederland veel te veel winkels heeft.

Het probleem is natuurlijk, hoe los je dat probleem op. Nou, zeker niet door de houding van HBD, V&D of Winkelhart Amstelveen!
Waarom niet?
Nou, je kunt jezelf van alles wijsmaken, maar Cor Molenaar (Het einde van winkels?) heeft zeker gelijk te stellen dat fysieke winkels in stadscentra zich volledig op de koopbeleving, op recreatief winkelen, moeten richten, en juist NIET op het doen van boodschappen (functioneel winkelen). Tenslotte kun je nérgens gemakkelijker gewenste producten kopen dan op het internet. Bij het aankopen van ‘spullen’, dat functionele winkelen, zullen de fysieke winkels het, zeker in die stadscentra, per definitie afleggen tegenover het internetaanbod. Daar is veel meer te koop dan in welk winkelcentrum ook, het is altijd, 24/7, beschikbaar én je hoeft er geen aparte reis voor te maken. Tenslotte, alles wordt snel en netjes thuisbezorgd, en, uitzonderingen daargelaten, zijn betaling, ruiling en retouren nu goed geregeld.

Kortom, je kunt rustig aannemen dat ‘boodschappen doen’, naast het webwinkelen, vooral geconcentreerd wordt op wijk-, buurt- en dorpscentra. Voor specifieke, infrequente aankopen met een hoge waarde, zullen consumenten graag naar megawinkels gaan, zolang die tenminste inspelen op het recreatieve element. Meubelpleinen hebben wat dat betreft de boot gemist, maar grootschalige winkels als IKEA, of Tielemans Keukens tonen aan dat veel klanten een ruime keus aan goederen in een gezellige winkelomgeving wel degelijk appreciëren! Wat dat betreft passen ook de plannen van Mandemakers voor een ‘Lifestyle Village’ in Hulst in deze gedachtegang.
Alle bijdragen op deze site concentreren zich op de integratie van fysieke winkels, e-business en m-business in nieuw ontwikkelde winkelformules. In nieuwe proposities gericht op de sterk veranderende behoeften van een veranderend koperspubliek. En op stadscentra waarin deze nieuwe winkels worden gekoppeld aan adequaat aanbod aan horeca, cultuur en evenementen. Een stadscentrum dat niet alleen dynamisch aandoet doordat winkels zich in deze nieuwe vorm steeds anders presenteren, maar waar het winkelbeeld verder wordt gedynamiseerd door de plaatsing van ‘Micro-Stores’ in de vorm van antieke winkeltjes, kiosken en pop-up winkels. Het stadscentrum als “paradijs voor shoppers” zoals ik dat in augustus in het Algemeen Dagblad schetste. Een centrum waar natuurlijk vrij toegankelijk internet (Wifi) beschikbaar is voor de groeiende schare Smartphone en Tablet bezitters, en voldoende parkeerruimte aanwezig én gratis is. Kortom, Retail 3.0 in optima forma gaat onze stadscentrum revitaliseren.

Vreemd genoeg spannen V&D (Click&Collect) en HBD (Het nieuwe winkelen) het elektronische paard áchter de wagen, terwijl Amstelveen halsstarrig vasthoudt aan het, in de zeventiger jaren ontwikkelde, concept van zoveel mogelijk winkels onder één dak! In een tijd van ‘belevenissen’ profileren ze zich vooral als leveranciers van ‘spullen’. Helaas lijkt het gros van de retailers, vastgoedexploitanten én gemeentebesturen een soortgelijke houding aan te nemen. Veel activiteiten organiseren die de problemen van onze binnensteden alleen nog maar zullen verergeren. Actieve Inertie, volgens de definitie van Donald Sull. Je werkt je kapot, maar er verandert niets, omdat je dat eigenlijk ook niet wilt.

Ook V&D profileert zich met ‘click&collect’ vooral als winkel voor gerichte aankopen, en het HBD heeft, naar eigen zeggen, Veenendaal juist gekozen omdat daar ‘vooral functioneel wordt gewinkeld’. Beide organisaties zijn bang voor revolutionaire stappen in de confrontatie met de moderne consument, en hopen door geleidelijke evolutie Retail 3.0 in te stappen. Helaas leert juist de evolutieleer dat bestaande levensvormen uiteindelijk verdwenen, en geheel nieuwe de geschiedenis hebben bepaald. De traditionele detailhandel is, en Molenaar is niet de enige die daarop wijst, zo’n uitstervende levensvorm. Dan moet je de zaak niet rekken, maar een nieuwe start maken nu je daarvoor nog het geld, de naam en de ervaring hebt om dat te doen. Feniks Marketing, zoals, bijvoorbeeld, modegigant Blijdesteijn in Tiel letterlijk uit de eigen puinhopen herrezen is.
Helaas lijkt het alle partijen, uitzonderingen daargelaten, vruchtbaarder om niet in te hakken op bestaande structuren, verouderde paradigma’s en gevestigde belangen, en de zaak via meer activiteiten én de inzet van ‘nieuwe media’ te rekken.
Helaas zal de toekomst leren dat deze ‘nieuwe wegen’ vooral doodlopende wegen blijken te zijn.

Wie durft de nieuwe weg van ‘Bricks&Clicks’ wél te bewandelen?

Advertentie